Stekenmarkeerders zijn onmisbaar in je haakuitzet. Ze zijn heel veelzijdig, en gaan - als je een kwalitatieve ver sie neemt - jarenlang mee. 

Hiervoor gebruik je stekenmarkeerders: 

Je gebruikt ze om het begin van je toer te markeren als je knuffels haakt, maar kunt ze ook als telhulp voor grotere haakwerken gebruiken.

Soms worden specifieke locaties (zoals de plaats van de oogjes) van tevoren gemarkeerd. Ook dan is het belangrijk dat je deze plekken kan aanduiden zonder risico op verlies van je markeerder.

Je kunt ze ook gebruiken om 2 lagen aan elkaar te bevestigen tijdens het vastnaaien, of om de locatie van de meerderingen aan te duiden bij pluizig garen.

In ons Haken4Kids programma gebruiken we ze om kinderen te leren de verschillende steken van elkaar te onderscheiden, maar uiteraard zijn ze ook voor een volwassen beginner ideaal hiervoor. 

Haak je regelmatig onderweg? Gebruik dan een stekenmarkeerder in de lus waar je haaknaald zit. Zo ben je zeker dat je je haakwerk niet per ongeluk weer uithaalt in je tas. 

Welke stekenmarkeerders heb ik nodig?

Goede stekenmarkeerders zijn veilig, blijven goed hangen, en zijn gemakkelijk in gebruik.

Kies voor haakwerk altijd voor locking stitch markers. Deze werken als een hangslotje. De ringen of gespleten ringen die ze soms ook als stekenmarkeerders verkopen, zijn bedoeld voor breien en voor haakwerk niet zo handig.